-
1 een plan schipbreuk doen lijden
een plan schipbreuk doen lijdenwreck/torpedo a planVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een plan schipbreuk doen lijden
-
2 schipbreuk
1 shipwreck, wreck♦voorbeelden: -
3 wreck
n. ruïne; vernieling; afbraak, verval; oud roest; wrak; gezonken schip; overblijfsels van een gezonken schip--------v. vernielen; ruïneren; versplinteren (van hoop); vernietigd worden; gezonken worden (schip)wreck1[ rek]♦voorbeelden:————————wreck2〈 werkwoord〉1 〈 voornamelijk passief〉 schipbreuk doen lijden ⇒ doen stranden, aan de grond doen lopen; 〈 figuurlijk〉 doen mislukken 〈plan e.d.〉2 ruïneren ⇒ verwoesten, te gronde richten♦voorbeelden:1 the ship was wrecked on the rocks • het schip liep/verging op de rotsenwe were wrecked off Flushing • we leden ter hoogte van Vlissingen schipbreuk -
4 shipwreck
n. schipbreuk; vernietiging, vernieling, het opblazen (hoop)--------v. schipbreukshipwreck1————————shipwreck2〈 werkwoord〉 -
5 founder
n. oprichter, stichter; verbinder; zet een kanaal op; geeft toestemming een kanaal te openen (in computers)--------v. grondlegger, oprichter, stichter; zinken; metaalgieterfounder1[ faundə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stichter ⇒ oprichter, grondlegger————————founder21 invallen ⇒ instorten, mislukken3 zinken ⇒ vergaan, schipbreuk lijden♦voorbeelden:1 the project foundered on the ill will of the government • het project mislukte door de onwil van de regeringII 〈 overgankelijk werkwoord〉
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский